12 juni 2018
Paspoortje
Naam: Gio (36) Boogaardt.
Relatie: vrijgezel.
Werk: chef-kok.
Specialiteit: de Italiaanse keuken.
Hobby’s: uitgaan, sporten en motorrijden (met zijn vriendenmotorclub).
Bike: Harley Davidson Fat Boy (wit).
In z'n eentje vertrekt Gio naar zijn geboortedorp in Italië. Onderweg raakt hij in gesprek met allerlei mensen. In Italië wacht hem een leuke verrassing...
Heb je het eerste deel al gelezen in de ZomerSpeciaal? Dan kun je meteen door naar deel 2!
“Het ziet eruit alsof je lang weggaat, chef.” Gio, type ruwe bolster, blanke pit, kijkt over zijn schouder, terwijl hij de motortas sluit waar zijn continentiematerialen inzitten. Zijn intrigerende overbuurvrouw – een rossige, wat mysterieuze vrouw met zachtgroene ogen – staat toe te kijken hoe hij zijn spullen inpakt. Gio raakt zoals altijd in de war van haar uitstraling en energie. Wat is dat toch met die vrouw?
“Eeehm… Ik ga eerst naar een paar plaatsen in Frankrijk. En ik eindig in Italië, Susa om precies te zijn.” Gio herpakt zich snel.
“Wauw, ik heb een soort van stadsnaamgenoot in Italië?” reageert ze verbaasd. “Hoe geestig is dat?”
“Ja, daarom ga ik ook juist daarheen,” grapt Gio. “Eens kijken of dat plaatsje mij net zo inspireert als jij.”
“Vást wel,” knipoogt Susanne. Ze is behalve zijn buuf ook een sprankelende gastvrouw en leergierige hulp in de keuken van hetzelfde restaurant waar Gio werkt. “Ze zetten daar vast net zo zwierig de glazen op tafel als ik.”
“Ik bedoel op culinair gebied.” Gio kijkt trots. “Mijn moeders familie komt er vandaan.” Geen grappen als het over zijn familie en kookkunsten gaat. “Nieuwe smaken proeven en dito gerechten ontdekken. Die kan ik meenemen als we na de zomer onze nieuwe kaart gaan samenstellen.”
“Goed idee,” knikt Susanne. “Nergens doe je zoveel bruikbare ideeën op als in het land zelf. Met producten uit de streek en bewoners die aan de wieg stonden van traditionele recepten. Enne… vergeet de bijpassende wijnen niet. Veel plezier, chef!”
'Werk en liefde gaan moeilijk samen'
Een uur later zit Gio op zijn bike. Zon en wind beloven een warme dag. Hij schudt zijn dagelijkse beslommeringen van zich af, inclusief zijn verwarrende gevoelens over Susanne. Even niet meer piekeren. Want ja: Gio zou graag een move maken en haar mee uit vragen. Maar ook: lastig want hij is haar leidinggevende. Werk en liefde gaan moeilijk samen. Hij komt er maar niet uit hoe hij dit kan fixen. Ook daarom is deze alleen-op-vakantie goed. Even loslaten om daarna met een frisse blik naar deze situatie te kijken.
Het eerste deel van de route gaat langs de Maas via Maastricht en Namen. Prachtig! Hij steekt de grens over bij Givet om naar Charleville-Mézières te gaan. Het zijn eigenlijk twee steden die tegen elkaar aanliggen, met zo’n 60.000 inwoners en een beroemd plein: Place Ducalle, dat lijkt op Place de Voges in Parijs.
De camping ligt naast het centrum. Behendig draait Gio zijn Harley het terrein op. De eigenaar zwaait.
“Bonjour! Gio? Ik verwachtte je al. En ik heb een fijne stek vrijgehouden voor jou, je motor én je hond.”
“Hond?” Gio fronst. “Ik heb helemaal geen hond.”
De campingeigenaar wijst. Schuin achter zijn Harley staat een vrolijk kwispelende viervoeter.
“Die is niet van mij,” schudt Gio zijn hoofd.
“Mmm, ik vrees dat de hond daar anders over denkt, hij loopt al een tijdje achter je aan.”
“Ach, het is wel een leukerd. Hij gaat straks vast terug naar zijn baas, laat ’m maar.”
“Prima, mij maakt het niet uit,” zegt de campingeigenaar. “Je staat schuin achteraan, onder de bomen. Fijn verblijf!”
'Gelukkig zijn de voorzieningen tiptop, inclusief afvalbakken met deksels'
Voorzichtig stuurt Gio zijn Harley naar de aangewezen plek. Zoals altijd checkt hij als eerste het toiletgebouw. Vanwege zijn incontinentie vindt hij het prettig om te weten of er emmers staan waarin hij zijn continentiemateriaal kwijt kan, of dat hij zelf een zakje moet meenemen om het later elders weg te gooien. Gelukkig zijn de voorzieningen tiptop, inclusief afvalbakken met deksels.
Als hij het gebouw verlaat, zit de hond hem op te wachten.
“Moet jij niet naar je baasje?” vraagt Gio. Maar het beest volgt hem naar zijn tent en even later ook naar het centrum. Wat moet hij met dit dier?
Op Place Ducalle spot Gio een plekje in de avondzon op een van de terrassen. Hij ploft neer, de hond kruipt onder zijn tafeltje en legt zijn kop op zijn voeten. Ach, ook wel gezellig zo’n maatje in een onbekende stad. Hij bestelt een blauw Chimay-biertje en een gegrilde entrecote, checkt zijn mobiel, beantwoordt een paar whatsappjes en plaatst een foto op Facebook. Daarna bekijkt hij nieuwsgierig de mensen om zich heen. Veel toeristen en een enkele local.
Daar komt de ober met zijn eten. Het ruikt goddelijk. Daarin is hij niet alleen: de hond vindt dat kennelijk ook. Die springt op, tegen de ober en hapt in één snelle haal de entrecote van het bord. Als een speer gaat hij ervandoor. Verbouwereerd kijkt Gio zijn nieuwe vriend na. Het terras schaterlacht.
Maar de ober heeft duidelijk minder humor. Boos kijkt hij naar zijn besmeurde schort. “Merde! Kunt u uw hond niet aan de lijn houden?”
“Sorry, hij is niet van mij.” Wat een chagrijn, die kerel. “Hij ligt toch bij u? En dan zeggen dat-ie niet bij u hoort. Leugenaar!”
Gio haalt diep adem. Op ruzie zit hij niet te wachten. “Ik betaal de kosten, uiteraard. En excuses. Ook namens de hond… die ik echt niet ken.” Gio kan het toch niet laten.
“Klopt hoor, dat beest is niet van hem,” klinkt opeens aan de andere kant van het terras. “Hij volgt deze monsieur al sinds hij aankwam.” Gio herkent de campingeigenaar, die vervolgt: “Chill, Jean, het is maar sáus.” Aan zijn toon te horen, kent hij de ober langer dan vandaag. Inmiddels staat hij bij Gio’s tafeltje.
“Allez, een nieuwe entrecote voor monsieur en twee biertjes. Ik weet zeker dat hij het netjes afhandelt.”
“Natuurlijk!” haast Gio zich te zeggen. In de verte ziet hij de hond, druk met zijn smakelijke buit. “Slimmerik hoor,” lacht de campingeigenaar, die zich voorstelt als Luc. Daar komen de biertjes. “Proost, op hongerige honden en je ontmoeting met de ‘gezelligste’ ober van de stad.”
'De volgende stop is Langres, een van zijn favoriete plaatsen in Frankrijk'
Na een leuke avond met Luc en een ontspannen nachtje slapen – met de brutale hond voor zijn tent die hem ’s morgens blaffend uitgeleide doet – vervolgt Gio zijn weg. De volgende stop is Langres, een van zijn favoriete plaatsen in Frankrijk. Het Romeinse stadje is gebouwd op een platte berg die lijkt op de Tafelberg in Kaapstad, Zuid-Afrika. Hij is er al verschillende keren geweest met de motorboys. Ze hebben er zelfs een stamcafé: L’Europe. De stoïcijnse barman, die eerst niets van het uitbundige groepje en hun brullende Harleys moest hebben, kent inmiddels hun voornamen en favoriete wijn, die hij zonder iets te zeggen op tafel zet als ze neerploffen. Hij weet ook dat Gio altijd direct naar het toilet gaat om zich op te frissen na een lange rit en stopt hem – ook weer in alle stilte – een plastic zakje toe om discreet zijn luier in te doen.
Nadat Gio zich geïnstalleerd heeft op de camping, besluit hij eerst de prachtige wandeling te maken over de oude stadsmuren van het stadje en gaat hij langs de fromagerie voor een stukje stinkkaas uit de streek en flesje rode wijn om straks te verorberen bij zijn tentje.
Bij terugkomst wordt hij aangenaam verrast. Zijn witte Harley heeft gezelschap van een stuk of zes andere Harleys. Eromheen een paar stoere gasten die druk in de weer zijn met een barbecue.
“Hé, is die witte van jou?” vraagt een van de mannen.
“Jazeker,” antwoordt Gio.
“Tof man! Die zijn lastig te krijgen.”
“En schoon te houden,” roept een van de anderen. De rest grinnikt.
“Klopt, ik zie dat het jullie niet gelukt is.” Allemaal kijken ze naar hun zwarte motoren. Dan barst iedereen in lachen uit.
“Goeie, ouwe,” roept de barbecuer. “Zin om mee te eten?”
“Graag,” accepteert Gio de uitnodiging.
'Lekker rijden, goed eten, drinken en...mooie vrouwen'
De mannen hebben er duidelijk zin in. Er is veel vlees en nog meer bier. Net zoals Gio en zijn vrienden kennen deze jongens elkaar al jaren. Hun trip gaat naar Barcelona. “Lekker rijden, goed eten, drinken en… mooie vrouwen,” vat een van hen het reisdoel samen.
“Ik ga naar Italië,” vertelt Gio.
“Ah, nog mooiere dames,” reageert de barbecuer.
“Mwah, ik weet niet of ze leuker zijn dan de vrouw die ik in Nederland op het oog heb. Ik laat me gewoon verrassen.” Eigenlijk heeft Gio weinig zin zijn hart open te gooien.
“Ik ga slapen, wil morgen weer vroeg op pad. Merci voor de barbecue, heren. Goede reis en veel plezier.”
Zijn buurmannen zijn nog in coma, de tentjes nog dichtgeritst en er klinkt gesnurk. Het is zeven uur ’s morgens als Gio op zijn Harley stapt. De berg lege bierblikjes is dubbel zo hoog als toen Gio gisteravond ging slapen. “Die hebben het nog lang gezellig gehad,” grinnikt hij in zichzelf.
De rit naar de Alpen is prachtig maar lastig. De zware Harley laat zich niet makkelijk over de kronkelige en smalle bergweggetjes sturen. Maar de beloning is Chamonix. Ook daar is Gio vaker geweest, om te skiën weliswaar. De hoogste berg van Europa is indrukwekkend en de natuur overweldigend. Morgen wil hij met de eerste skilift naar boven om de zomerse zonsopgang te zien. Als hij de verhalen mag geloven, is dat een bijzondere ervaring. Nadat hij gecheckt heeft hoe laat hij op moet, besluit hij zijn relaxte plan van gisteren uit te voeren: voor zijn tentje genieten van een kaasje met een glaasje rood. Als het donker wordt, kruipt hij zijn tent in. In zijn comfortabele bedje maakt hij de balans op: zijn trip is tot nu toe geslaagd en echt leuk. Oké, stiekem mist hij de motorboys en onderlinge lol wel een beetje. Aan de andere kant: hij vermaakt zich prima.
“Ik ben best een leuke reisgenoot,” grapt hij in zichzelf. “Ik heb aardige mensen ontmoet, lekker gegeten en gedronken, de zon schijnt en… ik ben al bijna in mijn geliefde Italië. Molto bene!”
Deel 2 - Zo, die windt er geen doekjes om
Brrrr, wat is het koud! De wekker op zijn mobiel rinkelt vijf uur ’s morgens. Het is duidelijk dat de camping hoog ligt en de temperatuur ’s nachts laag. Snel doet hij zijn warme kleren aan. Bij de lift staan een paar mensen te wachten, sommige hebben een complete wintersportuitrusting bij zich.
“Kun je skiën in deze tijd?” vraag Gio nieuwsgierig.
“Niet altijd, maar toevallig nu wel,” antwoordt een charmante dame in het Frans. “Dus daar wil ik van profiteren. In de zomer van de piste af, dat vind ik zo bijzonder.”
Ze bekijkt Gio aandachtig. “Kun jij skiën of snowboarden?”
“Jazeker,” antwoordt Gio. “Maar ik heb mijn spullen nu niet mee. Ik reis op de motor. Dus da’s een beetje… onmogelijk.”
“Ah, een stoere bikerman. Ik houd ervan.” De vrouw lacht en knipoogt. “Jammer dat je niet meegaat op de ski’s. Je weet niet wat je mist…”
Gio kijkt schuins naar haar. Flirt ze nou met hem?
Even later zit hij in de lift. In het oosten is de ochtend bezig om te beginnen: de lucht kleurt al prachtig rood. Boven loopt Gio gelijk naar het hoogste punt. Het uitzicht is adembenemend. Dan komt de zon boven de bergmassa uit. Die stralen, prachtig! Ze maken de lucht staalblauw en de sneeuw witter dan wit. Gio pakt zijn mobiel, schiet snel een paar foto’s en probeert een selfie te maken. Maar dat mislukt jammerlijk. Met het felle licht is het effect niet wat het moet zijn.
“Zal ik ’m voor je maken?” De ski-Française lacht lief naar hem.
“Graag.” Gio voelt zich wat ongemakkelijk. Ja, ze is aantrekkelijk en overduidelijk geïnteresseerd. Maar, wat moet hij ermee op doorreis naar Italië?
Vlot maakt ze een paar foto’s die opmerkelijk goed lukken.
“Wauw, jij kan er wat van!” Gio kan zich wel voor zijn kop slaan: lekker dubbelzinnig!
“Zeker,” reageert ze zwoel. Er valt een stilte. Dan vervolgt ze. “In het dagelijks leven ben ik fotograaf. Maarre… Misschien heb je zin om later verder te kletsen? Vanmiddag ben ik om halfvijf in bar La Terrasse voor een borrel. Ik hoop dat je komt.” En weg is ze.
Gio kijkt haar na. Zo, die windt er geen doekjes om. Zal hij gaan…?
'Best spannend, zo'n vage date met een leuke Française'
Wel, niet, niet, wel…. Gio wikt en weegt. Best spannend, zo’n vage date met een leuke Française. En hij ís vrijgezel. Dus waarom niet? Aan de andere kant: Gio is verliefd op Susanna en wil echt werk van haar maken. Dit voelt dan toch een beetje alsof hij haar en zijn gevoelens niet serieus neemt.
Uiteindelijk wint zijn nieuwsgierigheid het toch. Hij neemt een douche, doet schone kleren aan en kijkt in de spiegel: hij ziet er prima uit. In zijn speciale stoere oudleren mannentas neemt hij voor de zekerheid een extra luier mee. Hoe de date ook verloopt, hij wil voorkomen dat hij zonder zit.
La Terrasse ligt in het centrum en is een populaire bar in art nouveaux-stijl. Als Gio aankomt, is het druk op het terras. Overal staan groepjes gezellig te borrelen en kletsen. De muziek is een mix van disco, rock en house. Omdat hij de Franse dame nog nergens ziet, loopt hij naar de bar en bestelt een biertje.
“Ben je hier voor werk of plezier?” vraagt de barman, een leuke vlotte gozer.
“Doorreis,” antwoordt Gio. “Ik ga naar Italië.”
“Leuk. Welk deel? En wat ga je doen?”
Gio vertelt over Susa, zijn familie en werk als chef-kok. De barman is oprecht geïnteresseerd en ze kletsen verder alsof ze elkaar al jaren kennen. Ook de barman is een kook- én Italiëgek. En onlangs getrouwd met zijn grote liefde die hij hier op de piste heeft leren kennen.
“Wat leuk, gefeliciteerd,” reageert Gio. “Vanmorgen heb ik boven ook een erg interessante vrouw ontmoet. Ik heb hier met haar afgesproken. Maar eigenlijk weet ik niet of ik er iets mee wil...” En hij vertelt over Susanne. De barman knikt begrijpend.
“Ik snap je wel. Maar hé, voor het echt wat wordt, mag je nog wel lol maken, hoor.” Hij knipoogt.
Dan voelt Gio een hand op zijn schouder. Hij draait zich om en daar staat ze, de Franse schone van vanochtend. Ze ziet er sexy uit in een strakke jeans en mooie top waar haar bruine huid prachtig in uitkomt.
“Hi, ik zal me eerst even netjes voorstellen: Angelique.”
“Gio…” Hij is weer even van zijn à propos. Verdorie.
“Wat wil je drinken?” Gio herstelt zich.
“Een Aperol-spritz, alsjeblieft. Excusez-moi, ik ga even naar de dames.”
Terwijl ze wegloopt, draait Gio zich terug naar de barman. Zijn vriendelijke gezicht staat bedenkelijk. Wat is er aan de hand?
“Vriend, mag ik je een wijze raad geven? Als je dan toch lol gaat maken, doe dat dan niet met haar.”
“Hoezo?”
“Ze is getrouwd. Met een man die veel weg is voor zijn werk. Dus zoekt ze aandacht en afleiding bij andere mannen, vooral vakantievierders. Want die komen en gaan, wel zo makkelijk. Enne: kan en mag hoor, ik ben zeker geen moraalridder maar…” Gio kijkt hem vragend aan.
“Toevallig weet ik dat haar man nu in de stad is. En haar vroeg of laat komt zoeken, ook hier. Geloof me: dat wil je niet meemaken. Pierre is een vervelend en agressief type. Als jij morgen veilig en heel wil vertrekken naar Italië, zou ik nu vast mijn biezen pakken.”
Gio kijkt verwezen, wat heeft hij zich nou weer op de hals gehaald?
“Ik stuur niet graag toffe gasten mijn bar uit met wie ik lekker kan kletsen, maar in dit geval doe ik het toch. Wegwezen voor het te laat is. Bier heb je van mij. Was leuk je te leren kennen. Au revoir!”
Bizar dit. Gio kiest het zekere voor het onzekere, hij heeft geen zin in een scene of erger: vechtpartij. Jammer van zijn spannende date, maar misschien is dit ook wel een teken. Susanne zit in zijn hart en je hart dien je te volgen.
'Tunnels zijn niet zijn favoriet - hij wordt er een beetje claustrofobisch van'
Na een onrustige nacht stapt Gio op zijn bike voor het laatste deel van zijn trip. Op naar Susa. Hiervoor moet hij eerst door de Mont Blanc-tunnel, die bijna twaalf kilometer lang is. Tunnels zijn niet zijn favoriet – hij wordt er een beetje claustrofobisch van – maar wat moet, moet. De route vanuit de stad naar de tunnel bestaat uit een steile weg met vier haarspeldbochten. Maar al voor de eerste bocht komt Gio in de file. Het voordeel van een motor is natuurlijk dat je tussen de file door mag rijden. Omdat het een eenbaansweg is, heeft hij daar nu niks aan. Inhalen betekent dat hij de andere weghelft moet gebruiken en dat mag dan weer niet. Toch neemt Gio het risico, hij heeft geen zin in wachten. Soepel stuurt hij zijn Harley langs de wachtende auto’s tot hij bij de slagboom van het tolpoortje komt. Helaas is de ellende nog niet over, ook in de tunnel staat het verkeer muurvast.
Nu slaat de stress lichtelijk toe. Gio wil koste wat het kost niet stilstaan in de tunnelbuis en manoeuvreert auto voor auto voorzichtig zoveel mogelijk naar voren. Het levert hem verschillende malen getoeter op. Jammer joh, denkt Gio, ik moet hier zo snel mogelijk uit.
Eindelijk doemt het einde van de tunnel op. Nog een paar auto’s en dan is hij erdoorheen. De auto’s staan nog steeds stil, ook buiten de tunnel. Waar zou deze file door veroorzaakt worden?
Opeens hoort Gio een sirene achter zich. Hij kijkt en ziet een politiemotor in zijn spiegel. Voorzichtig voegt hij zijn motor tussen de stilstaande auto’s. Als de agent naast hem rijdt, gebaart hij hem te stoppen op de smalle vluchtstrook. Meen je niet?! Meestal laten motoragenten Harley-rijders met rust, uit een soort respect. Of ze moeten het wel heel bont maken… Gio heeft hier echt geen zin in. Hij is klaar met die file, snakt naar een kop koffie en een toilet om zijn materiaal te verschonen.
De politieman is kort van stof: “Rijbewijs en kentekenbewijs graag. U weet dat u meerdere malen op de verkeerde weghelft heeft gereden? En dat dat strafbaar is?”
Flauw, maar geen speld tussen te krijgen natuurlijk. “Klopt, u heeft gelijk,” zegt Gio gelaten, die ondertussen de motortas openmaakt waar zijn papieren inzitten. Terwijl hij het mapje eruit trekt, valt er een incontinentieslip op de grond. Gio heeft er altijd een extra in diezelfde tas voor een quick fix onderweg. De agent kijkt ernaar.
“Ach… U ook? Incontinent?” Gio knikt verbaasd.
De agent schraapt zijn keel. “Ik ook…” In de stilte die valt klinken alleen de zoemende motors van voorbijkruipende auto’s. Dan vervolgt de agent: “Vervelend, maar niet onoverkomelijk. Dat weet jij natuurlijk ook. Ik ben blij met mijn baan, doe aan snowboarden en paragliden, help mijn kids op school en ga gewoon in mijn zwemshort op het strand liggen. Met incontinentieslip. Boeit me niks.”
“Tuurlijk, groot gelijk heb je. Ik zit precies zo in de wedstijd,” reageert Gio, nog wat beduusd van deze plotselinge wending van het gesprek.
“Allez, rijden maar,” commandeert hij terwijl hij zijn boekje opbergt. “Geen bon voor u vandaag.” Hij zet zijn helm op, start zijn motor en steekt zijn duim op. “Fijne vakantie!”
Eindelijk arriveert Gio in Susa. Alle verhalen die hij erover gehoord heeft van zijn moeder en haar familie lijken waar. Wat een pittoresk dorpje! Prachtig, die Romeinse overblijfselen zoals de toegangspoort, het amfitheater en de kathedraal. In het centrum vindt hij Della Torre, het restaurant van zijn oom Silvio en tante Lucia. Het is lunchtijd en Gio heeft zin in een goed glas Italiaanse wijn en een bordje zelfgemaakte pasta.
Het is druk. De lokale bevolking komt hier graag tussen de middag en mengt zich met een enkele toerist. Tante Lucia ziet hem direct.
“Gio! Daar ben je dan. Eindelijk, welkom in Susa! Silvio, Gio is er!” Ze geeft haar neef een hartelijke knuffel. Ook Silvio is zichtbaar blij.
“Benvenuto! Zo goed dat je er bent. We hebben veel bij te praten. En we gaan natuurlijk samen koken. Maar eerst moet jij eten.” Zijn oom is een echte Italiaan. Eten en drinken zijn belangrijk.
“Ik heb achterin een plekje voor je vrijgehouden. Vino?”
“Graag!” Gio gaat zitten.
“Oh ja, ik ben wel zo vrij geweest een tafelgenoot voor je te vragen. Alleen eten is geen optie. Het leek me wel een leuke dame. Ze was op zoek naar ‘niet zomaar’ een Gio…”
Tot zijn stomme verbazing komt Susanne binnen. Lachend en stralend. “Verrassing!”
“H`?!?” Gio weet even niet hoe hij het heeft. Susanne hier, hoe dan?
“Ik dacht: ik ga die leuke baas van mij maar eens ver buiten de werkgrenzen opzoeken. Om hem te helpen met proeven en proberen, maar vooral om hem in een andere omgeving beter te leren kennen.”
Jee, oké… Zou ze dan toch…? “Deze zag ik niet aankomen,” bekent Gio.
“Natuurlijk niet, laat dit soort acties maar aan vrouwen over,” roept Lucia, die een mooie fles Barolo en grote schaal antipasti komt brengen.
Susanne legt haar hand op zijn arm. “Leuk?”
“Absoluut. Ik ben heel blij dat je er bent. Welkom in je stadsnaamgenoot.”
“Jij ook benvenuto. In én bij Susa.”