11 oktober 2022
Rob Beckers (61) viert het leven, ondanks dat hij elke dag pijn heeft. Hij is salarisadministrateur maar ook voetbalfanaat, concertliefhebber en inmiddels een aardige Europa-kenner.
“Mijn moeder zei vroeger al: ‘Als Robbie iets wil, ga dan maar aan de kant’. Ik laat me niet graag beperken. Natuurlijk weet ik dat er vanwege mijn handicap grenzen zijn aan wat ik kan. Voetballen of wielrennen heb ik nooit gekund en zal ik nooit kunnen. Maar er is genoeg wat ik wél kan! Daar focus ik me op. Oké, ik heb elke dag rugpijn en dat is echt geen pretje. Maar wat heb ik eraan om met die pijn achter de geraniums te gaan zitten? Ik zit liever ergens anders. In het stadion bijvoorbeeld.”
Ongelukjes
“Ik ben geboren met een open rug. Ik heb een flink beenlengteverschil en mijn rechterbeen functioneert nauwelijks; ik kan er twee seconden op staan maar geen kracht mee zetten. En mijn rechtervoet kan ik helemaal niet bewegen. Dus doe ik alles met links, en gebruik ik een stok om bij het lopen mijn rug te ontlasten. Voor mijn blaas- en darmfuncties ben ik aangewezen op hulpmiddelen. Ik heb een katheter en sinds een half jaar spoel ik mijn darmen. Ik verloor de laatste jaren namelijk steeds meer de controle over mijn kringspier, waardoor ik op een gegeven moment zo’n drie keer per week ongelukjes had. Nou, dat is vervelend, hoor! Door het darmspoelen kan ik er nu weer op uit zonder angst dat het misgaat. Mijn vrijheid terug, wat een verademing.”
Door heel Europa
“Vrijheid betekent voor mij: gaan en staan waar ik wil. Ik hou ervan om nieuwe plekken te zien, onder de mensen te zijn. Zet mij op een terrasje en ik heb snel aanspraak. Zelfs al is het in gebrekkig Frans… Mijn vrouw en ik trekken er drie keer per jaar op uit voor rondreisjes binnen Europa. In 1999 heb ik mijn rijbewijs gehaald, in een automaat. Ik ben nog altijd heel blij dat ik dat doorgezet heb. Sindsdien hebben we al heel wat landen gezien. Ik hou van autorijden. Duizend kilometer op een dag lukt me niet, maar ook als je het rustig aandoet kun je een eind komen. We vinden het heerlijk om juist de binnendoorweggetjes te nemen. Pakken we zo nodig een hotelletje tussendoor; voor twee personen is altijd wel ergens plek. De vakantieplanning stem ik natuurlijk af op mijn werk, maar ook op de competitie van PSV. Ik ben namelijk een enorme voetbalfanaat. Mijn vader nam me mee naar mijn eerste stadionwedstrijd toen ik twaalf was. Inmiddels heb ik al zo’n 45 jaar een seizoenkaart. Elke thuiswedstrijd zit ik op de tribune, en fanatiek ook! Als PSV onterecht verliest, nou, dan ben ik om te verrekken. Maar, met tien minuten is dat ook weer voorbij. In het stadion heb ik in de loop van de tijd een vaste vriendenclub opgebouwd van zo’n vijftien man. Er is altijd wel iemand die een biertje voor me haalt, omdat ze weten dat ik dat zelf niet zo makkelijk kan. Mooi toch?”
Pilaarhangen
“Regelmatig ben ik ook in andere stadions te vinden, maar dan voor concerten. Een andere grote hobby van me. Ik moet wel zitplaatsen hebben, want drie uur staan is geen optie. Alhoewel, als het echt moet… Ik heb weleens een hele avond tegen een pilaar aangehangen omdat ik een concert gewoon moest en zou zien. Voor de komende tijd staan er alweer wat mooie namen in mijn agenda: Kensington, Ilse Delange, Bruce Springsteen… Vaak koppelen we er een nachtje weg aan vast. Tja, dat zijn voor mij wel de dingen die het leven een feestje maken.”
Rob weet wat het is om nagestaard of gepest te worden. Vroeger raakte het hem, maar nu niet meer. Hoe zit dat? Lees het hier.