Een val met grote gevolgen


7 december 2018


Linda Meulensteen had een druk leven als alleenstaande moeder met een fulltime baan. Tot ze tien jaar geleden tijdens een val haar heiligbeen brak. Haar leven veranderde drastisch. Dat was moeilijk, maar leverde haar ook iets op.

Het was een ongeluk dat iedereen had kunnen gebeuren. Het was stikdonker in het trappenhuis van het appartementencomplex waar Linda Meulensteen net was aangekomen voor een skivakantie. Ze ging onderuit op de natte, betonnen trap en brak haar heiligbeen. Een val met grote gevolgen. Ze liep ernstig zenuwletsel op. Ze kon bijvoorbeeld haar plas niet meer ophouden, omdat haar blaas verlamd raakte. Jarenlang had ze bijna elke maand wel een blaas- of nierbekkenontsteking waarvoor ze vaak in het ziekenhuis lag. Lang liggen, lopen of staan lukt sinds het ongeluk niet meer. Lang achter elkaar doorslapen ook niet. En ze heeft altijd pijn, waarvoor ze zware pijnmedicatie gebruikt die de pijn maar ten dele wegneemt.


Lees mee

Waar zit je heiligbeen eigenlijk en hoe kan het dat een breuk zulke ernstige gevolgen kan hebben? 
Hans van den Berg, Anesthesioloog-Pijnspecialist verbonden aan het Maxima Medisch Centrum in Eindhoven, legt het uit. 

Haar leven is sinds dat ongeluk, tien jaar geleden, totaal veranderd, zegt Linda (42). "Toen was ik een alleenstaande moeder met een fulltime baan en een druk sociaal leven. Wat ik ernaast deed, daar heb ik tegenwoordig een dagtaak aan. Ik doe wat huishoudelijk werk, haal boodschappen en kook. Per dag kijk ik wat ik aankan."


Vroeg zelfstandig

Haar dochter Isabelle was pas drie, zoon Stef was zeven. Zonder de hulp van haar ouders had Linda het de eerste jaren niet gered. “Ik kon bijna niets meer zelf. Ook de kinderen hebben van jongs af aan geweldig geholpen. Bedden afhalen, een was aanzetten, koken. Daardoor zijn ze vroeg zelfstandig geworden. Mijn zoon Stef is niet voor niks op zijn zeventiende al teamleider bij de Jumbo.” In de periode rond het ongeluk zou Linda net teamleider worden op haar werk. Dat kon niet doorgaan: haar revalidatie zou minstens een jaar duren. “Maar ik wilde blijven werken. In de jaren na mijn val ben ik nog indicatiesteller geweest bij het Centrum Indicatiestelling Zorg, werkte ik in de meldkamer van 112 en draaide ik mee op een huisartsenpost. Telkens moest ik na drie maanden constateren dat het niet ging: lang zitten gaat gewoon niet meer door alle zenuwbeschadigingen. Nadat ik was gestopt, moest ik minstens drie maanden plat liggen, zo’n pijn had ik. De arts zei: ‘Je pleegt roofbouw op je lichaam, je moet het werk loslaten.’ Ik ben 100% afgekeurd en heb een IVA uitkering, die je krijgt als je niet meer kunt werken.” 


Steun en toeverlaat

In 2011 leerde Linda Robbie kennen met wie ze inmiddels samenwoont. Haar lichamelijke klachten hebben hem nooit afgeschrikt. “Linda heeft een enorm doorzettingsvermogen. Ze wil niet opgeven. Zonder haar kracht was ze nooit zover gekomen. Ik waardeer het enorm dat ze ondanks alles nog steeds heel zorgzaam is. Van mij moet ze soms dingen uit handen geven. Dan zeg ik: ‘Zou je dat wel doen?’ Dat clasht natuurlijk weleens. We spraken er een tijdje met een psycholoog over. Nu gaat het stukken beter.” Robbie is haar grote liefde, haar steun en toeverlaat, vertelt Linda. “Als hij er niet zou zijn, zou ik misschien wel afhankelijk zijn van thuiszorg. Hij pept me ook op als dat nodig is. Ik kan wel klagen over dat ik niet meer kan fietsen en autorijden en geen druk sociaal leven meer heb, maar Robbie leert me om te kijken naar wat er nog wel is. Zo lukt het me op goede dagen om een eindje te lopen. Achter ons huis is een prachtig natuurgebied met eenden en ganzen. Als het even kan, ga ik daar naartoe. Dat is nu mijn hoogtepunt van de dag.” Soms kan ze alleen strompelen en daar schaamt ze zich voor. Toen ze een keer niet naar de rapportbespreking van Stef op school durfde, zei hij: “Ik heb liever dat je strompelend komt, dan dat je helemaal niet komt.” “De kinderen schamen zich gelukkig nooit voor mij. Ze mogen van mij ook altijd vrienden mee naar huis nemen. Er komen weleens twaalf kinderen tegelijk logeren. Misschien doe ik dat om te compenseren wat niet kan. In ieder geval waarderen de kinderen het enorm. Ze zeggen: ‘Jij kunt misschien niet alles, maar hier thuis kan wel alles.’ Erg lief.” Haar zoon Stef weet weinig meer van vóór het ongeluk. “Ik ben ermee opgegroeid, weet niet beter. Ik heb natuurlijk weleens gewild dat ze met me mee kon in de achtbaan. Maar voor haar vind ik het veel erger, vooral dat ze niet meer kan fietsen. Het is voor mij fijn dat ze veel thuis is, ik kan altijd bij haar terecht.”


Rudolph the red-nosed stoma

Een urinestoma, jarenlang wilde Linda er niet aan. “Dat leek me zo naar. Dus heb ik mezelf een paar jaar lang tien keer per dag gekatheteriseerd. Een hoop gedoe, want ik had keer op keer een blaas- of nierbekkenontsteking. Daarnaast probeerde ik een blaasstimulator, blaasspoelingen en medicatie. Het werkte allemaal niet. En mijn plas ophouden ging steeds slechter.” Toen ze bijna twee jaar lang met continentiemateriaal liep, was ze het beu. Naar de sauna, zwemmen of op vakantie, het kon allemaal niet meer. Uiteindelijk werd in 2017 een Bricker urinestoma geplaatst. Ze heeft er meer vrijheid voor teruggekregen, zegt ze. “Het afgelopen jaar heb ik meer gedaan dan de vijf jaar ervoor. Dagjes weg, een terrasje pakken. Vanaf het begin verzorgde ik mijn stoma zelf. Ik kan ook beter zitten sinds ik dat ding heb.” Thuis proberen ze er met humor mee om te gaan. Zo merkte dochter Isabel met kerst op dat een rendier met zijn rode neus wel wat leek op Linda’s stoma. “Robbie doopte mijn stoma toen ‘Rudolph the red-nosed stoma’. Dus het is thuis weleens: ‘Waar is mama? Oh, die is Rudolph aan het legen’.”


Elke dag een ei

Het gebeuren heeft haar ook iets gebracht. Ze geniet meer van kleine dingen die vroeger vanzelfsprekend waren. Van boeken lezen en van Nederlandse films kijken met Isabel. “En ik ben stapelgek op mijn twee honden. Ze komen me troosten als ik pijn heb. In de tuin staat een groot hok met twee kippen, dat zijn mijn vriendinnen. Ze leggen elke dag eieren voor mij.” In haar keuken hangt een tegeltje: Enjoy the little things, for one day you may look back and realize they were the big things. “Dat is zó waar. Ik weet nu dat het leven niet draait om materiële zaken of om het mooie plaatje. Dat heb ik de kinderen ook meegegeven.” Al dromen ze soms hardop over een resort starten op Curaçao of over wonen op een boerderij met dieren, grote toekomstplannen hebben Robbie en Linda niet. “We weten dat het niet realistisch is. Wel gaan we mee in de dromen van de kinderen. Stef doet een opleiding tot verzorgende IG. Isabel is dertien en wil later het land uit, een strandtent beginnen in Amerika. En Robbie en ik, wij leven bij de dag.”