3 maart 2021
Columnist Carlijn Willemstijn wil het taboe rondom stoma's doorbreken.
“Komt het uit? Ik hoop dat jij mij begrijpt. Vandaar dat ik je bel.”
Terwijl ik net thuiskom, mijn jas nog aan heb en de wasmachine hoor piepen, zeg ik zo kalm mogelijk:
“Tuurlijk komt het uit Isabel. Wat kan ik voor je doen?”
“Ik ken je nog van vroeger, via de Stomavereniging. We hebben elkaar al zo’n vijf jaar niet gesproken maar ik denk dat jij snapt hoe het voelt. Ik weet nog dat jij acht jaar geleden door het verdriet van kinderloosheid heen ging. Iedereen om je heen raakte zwanger. Vriendinnen werden moeder maar jij niet. Ik zit nu ook in die fase en loop helemaal klem. Weet niet meer waar ik het zoeken moet van verdriet.”
Een flashback brengt me terug in die tijd. De schreeuwende druk op mijn hart. De misselijkmakende, donkere holte in mijn buik. Rillingen over mijn rug. Ik ben er weer. Daar, in die leegte.
“Wat naar voor je, Isabel. Giert de pijn van het gemis door je lijf? Zaait de leegte angst voor het toekomstplaatje dat je altijd in gedachten had?”
“Precies dat! Je benoemt wat ik voel.”
We delen onze ervaringen. Ze leeft wat op. De herkenbaarheid biedt haar troost. Iemand die haar zinnen met weinig woorden af kan maken. Die het lege moederhart ook heeft doorstaan. “Ik noemde het ‘ongewenst maar bewust kinderloos’, Isabel, want ik kón misschien best zwanger raken maar de medische omstandigheden waren te belabberd.
Operaties, een buik die constant haperde, een stoma en fikse complicaties in het bekken. Er waren te veel risico’s. Ik durfde niet. De artsen raadden het af dus ik bleef kinderloos. Een moeilijke maar bewuste keuze.”
Ze beaamt. Ze huilt. Deelt haar angst en leegte. Maar zucht ook opgelucht wanneer ik haar vertel dat het kan slijten. De liefde van mijn zussen, die hun moedergeluk onbaatzuchtig met mij deelden, versnelden mijn rouwproces. Van al hun kinderen heb ik de navelstrengeltjes doorgeknipt, de kraamtijd meebeleefd en jaren wekelijks opgepast. Sinds vier jaar zorg ik mee voor de kinderen van mijn vriend. Het bleek allemaal de juiste pleister op die gapende rauwe wond. De leegte is er niet meer. Het is goed zo.
Maar door mijn gesprek met Isabel was ik daar vandaag weer even. Bij mijn vroegere en haar huidige leegte. Mijn hart gaat uit naar haar pijn. Naar het schreeuwende moederhuisje in haar buik.
Zoals Isabel, zijn er in stilte zovelen.
Eerdere columns van Carlijn:
Hoe dan?
Wat the f*ck doe ik hier?
Rare pillen
Bang voor later
Poepgaatje in de prullenbak
Kiespijn in mijn kont
Gehandicapt?
Ik rol weer mee
Taboes